Watersnoodmuseum: verhalen over water en de ramp

Home » Erfgoed » Musea » Watersnoodmuseum: verhalen over water en de ramp

Nee, echt leuk kun je het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk niet noemen. Wel indrukwekkend en fascinerend. En leerzaam. Het museum heeft zichzelf ten doel gesteld om verhalen te vertellen. Het grote verhaal van de watersnoodramp natuurlijk, zoals we dat allemaal ook op school meekregen. Door een combinatie van erg hoog water, storm en doordat de waterkering in de oorlogsjaren niet optimaal onderhouden was, brak in februari 1953 de zee door de dijken heen en overstroomden grote delen van Zeeland en de Zuid-Hollandse eilanden. Bijna 2000 mensen vonden de dood.

Maar het museum vertelt niet alleen dat grote verhaal. Juist ook de “kleine” verhalen van individuele personen en gezinnen komen aan bod. Van kinderen met een gezicht en met een naam. Hun moeders en vaders. Hun spullen. Hoe zij vluchten moesten. Eerst naar de zolder, later naar opvangplekken buiten Zeeland. En verhalen van hun terugkeer.

Het zijn deze talloze kleine geschiedenissen die op mij grootse indruk maken. En het museum is er op een heel bijzondere wijze in geslaagd om je mee te nemen langs al die verhalen. Wil je eens een bezoek brengen aan een museum dat  je langer zal bezighouden dan alleen de tijd tussen in- en uitgang, rijd dan eens naar Ouwerkerk en bezoek het Watersnoodmuseum.

Het gebouw van het watersnoodmuseum: 4 caissons, vier thema’s

Het gebouw is een van de meest markante gebouwen van Nederland voor een museum. Het watersnoodmuseum is namelijk gehuisvest in een viertal grote betonnen kolossen. Sommige dijkdoorbraken waren zo groot en de stroming was er zo sterk dat deze niet eenvoudig gedicht konden worden.

Het sluiten van het gat in de dijk met caissons bij Ouwerkerk in 1953 https://beeldbank.rws.nl, Rijkswaterstaat / Afdeling Multimedia Rijkswaterstaat

Bij deze grote doorbraken zijn er eerst caissons neergelegd. Dat zijn enorm grote varende betonnen blokkendozen van 60 meter lang, 20 meter breed en, jawel, 20 meter hoog! Ze waren bedacht als noodhavens voor de geallieerde invasie in Normandië in de Tweede Wereldoorlog. Deze caissons werden in de dijkgaten geplaatst, gevuld met zand en zo werden de grote gaten gedicht. Alleen het dichten van het gat was al een helse klus. Pas in november, meer dan 9 maanden na de ramp, werd het laatste caisson geplaatst. Rijkswaterstaat heeft voor het plaatsen van de laatste maar liefst 11.500 mensen ingeschakeld. Dat de caissons niet netjes recht liggen komt doordat de stroming hier zo groot was. Daardoor konden ze de caissons maar zeer moeilijk op de juiste plek krijgen.

De binnenkant van de caissons bieden nu onderdak aan het Watersnoodmuseum

Nu bieden de caissons dus onderdak aan het museum. Zijn ze aan de buitenkant al indrukwekkend, van binnen zijn ze ronduit huge. De kale dozen dragen zeker bij aan de bijzondere sfeer in dit museum. De vier caissons, die onderling met gangen verbonden zijn, hebben elk een eigen thema. De ramp zelf, de eerste noodhulp, herstel en verzwaren van de dijken en de strijd tegen het water nu en in de toekomst.


Zeeland heeft veel te bieden voor de bezoeker. Bekijk bijvoorbeeld ook eens deze activiteiten in Zeeland.


Het eerste caisson: De dijken breken

Het museum start met een doorlopende vertoning van polygoonbeelden uit 1953. Zowel de eerste  beelden van de ramp zelf, maar ook de eerste opbouw, het bezoek van de koningin en het plaatsen van de caissons. Je hoort zo uit eerste hand het “nieuws” alsof je er zelf bij bent.

Polygoonbeelden in het Watersnoodmuseum

Het knappe van het museum is dat ze dat gevoel weten vast te houden. Met maquettes zie je op welke momenten welke dijken doorbraken. Er is een woonkamer ingericht in de stijl van de jaren ’50 met op de muur aangegeven hoe hoog het water gestaan heeft. Maar het meeste indruk maken op mij toch de concrete voorwerpen die er tentoongesteld zijn. Voorwerpen met ieder een eigen verhaal.

Schooltas van Leen Bolijn

Zo ligt er bijvoorbeeld een schooltas. Het oogt als een vrij gewone boekentas. Type aktetas met wat schriften en paperassen erin. Maar als je het bijschrift leest voel je de rillingen over je rug. Je ziet een foto met palen in het kolkende water. Daarnaast staat:

De schooltas van Leen Bolijn

“In deze lantaarnpalen bij Ouwerkerk stonden mevrouw Bolijn-Van der Werf en haar zoon Leen uren achtereen op de dwarsbalkjes. Nadat hun huis was ingestort dreven ze op het dak tegen de palen. Toen het donker werd kon Leen het niet volhouden en viel in het water en verdronk. Zijn moeder bond zich vast met de electriciteitsdraden en werd de volgende dag gered. De schooltas van Leen was jarenlang haar enige herinnering. Na haar overlijden stond haar zoon Wim deze af aan het museum.”

Gered in een gele tas

Gelukkig niet alleen kommernis, ook bijzondere reddingen. Een gele canvas tas die vanuit de lucht gedropt werd en dwars door het dak van de familie Van den Hoek viel. De familie zelf zat al uren op de zolder om aan het water te ontkomen. In de tas zat een opblaasbare rubberboot, die uiteindelijk hun redding zou zijn. Hun baby deden ze in de canvas tas zelf vanwege de winterkoude. De tas is daarmee een van de tastbare symbolen voor de vele bijzondere reddingen. Daarom is het onderdeel van de Canon van Nederland voor het venster De Watersnood.

Het tweede caisson: Wanhoop en daadkracht

In het tweede caisson is er vooral veel aandacht voor de slachtoffers van de ramp. Omdat alleen een aantal zo weinig zegt, en vooral niet het emotionele verhaal vertelt, probeert het museum op allerlei manieren om van de getroffenen weer mensen van vlees en bloed te maken. Zo is er een lange wand met alle namen van de overledenen, geordend per gemeente. Er hangt een borduurwerk, waarin alle namen van de slachtoffers zijn verwerkt en waarvan de kleuren Zeeland verbeelden. Dit borduurwerk, gemaakt door beeldend kunstenaar Miep van Riessen tussen 2003 en 2008, is ook geselecteerd voor de Canon.

Borduurwerk van Miep Riessen met alle nalen van de slachtoffers

Monument “1885+1” in het Watersnoodmuseum

Het monument “1885+1” is een bijzonder onderdeel in het museum. Over een lengte van enkele tientallen meters worden in een lange rij alle namen van de slachtoffers in het zand geprojecteerd. Het is er duister, alleen wat blauwe verlichting en continu rollen de namen van onder je langs de verte in. Een oneindig lange rij namen. Er staat een beeldscherm, waar je desgewenst en naam kunt selecteren. Over die persoon hoor je vervolgens persoonlijke herinneringen aan het slachtoffer van familie en vrienden. Nog steeds worden er verhalen aangeleverd bij het museum.

De namen van de slachtoffers scrollen langzaam naar boven in het monument “1885+1”

Het derde  en vierde caisson: dijkherstel en dijkverzwaring, de strijd is van altijd

In het derde en vierde caisson wordt de slag naar het nu en naar de toekomst geslagen. In het derde staat een exemplaar van een woning die door Denemarken geschonken is voor bewoning van de meest armlastige mensen. De woning is ingericht zoals deze in de jaren ’50 bewoond was en je kunt er binnengaan en mag in alle lades en kastjes kijken.

Buiten de woning staan meerdere machines die gebruikt zijn voor het verzwaren van de dijken. Er staat een locomotief met kiepkarren die in de eerste jaren na de ramp gebruikt werden om zand naar de beschadigde dijken te vervoeren. En er wordt uitgelegd hoe een dijk is opgebouwd.

Trein met kiepkarren, gebruikt voor het herstellen van de dijken.

Het laatste caisson heeft als thema “De Strijd is van altijd” en gaat over de voortdurende aandacht voor watermanagement. Nu, maar met het oog op de klimaatverandering zeker ook in de toekomst. Op een scherm van maar liefst 18 meter wordt een film vertoond. In de ruimte daarachter staan een aantal interactieve speeltoestellen. Zo kun je een quiz doen voor een televisiewand. Ook staat er een tafel met zand, waarop je zelf dijken kunt bouwen. Een slimme projector laat zien hoe het water zich gedraagt.

Om eerlijk te zijn vond ik deze laatste twee caissons wat minder. Enerzijds valt het qua opzet wat buiten de rest van het museum door opeens multimediale en interactieve elementen toe te voegen. Leuk spelen hoor, maar het leidt toch af van het thema. Maar belangrijker nog, de persoonlijke details raken wat op de achtergrond. Dat is logisch, omdat het onderwerp minder persoonlijk wordt. Maar juist die verhalen van mensen maken de eerste twee caissons van het Watersnoodmuseum zo ijzersterk.

Voor kinderen: een interactieve jeugdroute door het Waternoodmuseum

Het onderwerp van de watersnood kan misschien wat zwaar lijken. Toch is er een erg leuke speurtocht voor kinderen uitgezet die ze op een prettige manier door het museum loodst en tegelijkertijd het verhaal  voor hen levendig vertelt. Ik was er met mijn drie kinderen waarvan er twee in de leeftijdsgroep vielen. Een beetje traditioneel kreeg mijn dochter de meisjesversie en mijn zoontje de jongensversie. Eerlijk is eerlijk, ze hadden een kleine ouderlijke aansporing nodig om ermee te beginnen. Maar halverwege werden ze steeds fanatieker en wilden er niet meer mee stoppen voordat ze alle vragen beantwoord hadden.

Mijn dochter zoekt de juiste naam op.

De speurtochten vertellen het verhaal van Koos (voor de jongens) en Mina (voor de meisjes). Beiden zijn werkelijk bestaande personen, die de ramp hebben meegemaakt. Koos was 5 tijdens de ramp en Mina 12. Gaandeweg leer je steeds meer over hun persoonlijke en waargebeurde verhalen: waar ze woonden en wat ze deden op het moment van de ramp en hoe het hen daarna verliep. Maar ook wie hun familie was en wie van hun familieleden zijn omgekomen. Je mag hun namen opzoeken op de grote wand met alle namen.

Praktisch over een bezoek aan het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk.

WIl je er een echte buitenlucht ervaring van maken, koppel dan ook een wandeling aan het museumbezoek. Direct vanuit het museum begint de wandelroute van Staatsbosbeheer door het Krekengebied (8 km).

Krekengebied in de directe omgeving van het Waternoodmuseum.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

4 comments